Voorkant CazemierBoerderij

Geschiedenis van de CazemierBoerderij

400 jaar bouwgeschiedenis

Dat is de uitkomst van het bouwhistorisch onderzoek dat in 2009 door Marcel Verkerk is uitgevoerd. Dankzij de zorgvuldige bewoning zijn de verbouwingen uit de afgelopen vier eeuwen nog goed af te lezen. Met behulp van jaarringonderzoek is de ouderdom van de oudste bouwfase achterhaald. Drie eikenhouten gebinten dateren uit 1607. Dat is heel oud. Zeldzaam is dat twee staanders aan de bovenkant een vork-constructie hebben. Het is zelfs het vroegste voorbeeld van de bouw van een zogenaamde Friese schuur in de provincie Groningen. Daarmee is deze boerderij niet alleen belangrijk voor de geschiedenis van Tolbert, maar ook voor de ontwikkeling van de boerderijbouw in de provincie.

Balken vork-constructie
Vork-constructie

Hoe de boerderij er in die beginperiode uitzag is onduidelijk. Er zijn geen afbeeldingen van bekend. Op basis van de oudst bekende tekening, die van het eerste kadastraal minuutplan rond 1830, was de schuur waarschijnlijk vier gebinten lang. Er stond toen een kop-romp boerderij. In 1875 voerden Gerrit en Gepke Cazemier een grote verbouwing uit. Het oude woongedeelte werd gesloopt werd doorgetrokken. Zo ontstond er een boerderij van het Oldambtster type, ogenschijnlijk symmetrisch gebouwd. In het midden een entree met links en rechts twee vensters. Toch ligt dit voorhuis niet precies in het midden; een aanwijzing dat er is aangesloten op een ouder bouwdeel. Ook werd de schuur naar achteren verlengd.

Een aantal 18e eeuwse onderdelen werd hergebruikt: in de linker kamer de zolderbalken, de bedsteewand, de tegeltableaus en vermoedelijk de schouw. Ook elders in het gebouw zijn hergebruikte bouwmaterialen aanwezig.

In de 20e eeuw vonden er kleine aanpassingen plaats. Met de verkoop aan Stichting Fredewalda  kreeg de boerderij een andere functie en werd er een nieuw hoofdstuk aan de interessante bouwgeschiedenis toegevoegd. Tijdens de restauratie is bouwhistorisch vervolgonderzoek gedaan. Enerzijds om gevonden bouwsporen te documenteren en de bouwgeschiedenis aan te scherpen. Anderzijds om als klankbord te fungeren bij het nemen van belangrijke beslissingen tijdens het proces van restauratie en inrichting van deze waardevolle boerderij in Tolbert.

Bewonersgeschiedenis

De boerderij kent een lange bewonersgeschiedenis.

Stamvader van de familie Cazemier (op allerlei verschillende manieren geschreven) is Hindrik Stoffers die in 1680 vier kinderen laat dopen in de kerk van Tolbert. Van de oudste is in het doopboek zelfs de naam niet vermeld van hem of haar is dan ook geen spoor teruggevonden. De overige kinderen, Lammert, Berend en Stoffer, huwen en zorgen voor een groot nageslacht. De huidige familie Cazemier zou afstammen van het tweede kind van stamvader Hindrik Stoffers: Lammert.

Als de nazaten van Hindrik Stoffers in 1811 een achternaam moeten kiezen, blijkt een aantal van hen reeds een achternaam te voeren. De oudste vermelding van de achternaam Cazemier is in 1753 als het huwelijk van Benne Lammerts Casimier (1728-1810) ingeschreven wordt in het trouwboek van Tolbert. Uit de schrijfwijze blijkt de verscheidenheid daarin. Bij de volkstelling in 1947 komen de volgende varianten in ons land voor: Casemier, Casemir, Casimier, Cazemier, Cazemier van den Berg, Cazemir, Kasemier, Kasemir, Kasiemier, Kasimier, Kasimir, Kazemier, Kazemir, Kazimier. Vrijwel alle personen met één van deze achternamen zijn terug te voeren op de stamvader Hendrik Stoffers.

Lucas Hendriks Cazemier (plm. 1748-25/12/1828) was landbouwer op huisnummer 91 te Tolbert (dit is Hoofdstraat 4). Hij was getrouwd met Jantien Jans (plm. 1754-29/10/1818). Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren:

•    Aaltien Lucas Cazemier (1781-7/12/1827)
•    Hindrik Lucas Cazemier (1784-plm 1785)
•    Hindrik Lucas Cazemier (1785-plm 1788)
•    Hindrik Lucas Cazemier (1788-plm 1808)
•    Jan Lucas Cazemier (29/12/1790-24/2/1862)
•    Himme Lucas (1794-plm 1796)
•    Hedde Lucas Cazemier (29/9/1795-25/7/1870)
•    Jantje Lucas Cazemier (1798-plm.1800)

Jan Lucas Cazemier is de oudste zoon die omstreeks 1830, als het kadaster de eigendomsverhoudingen noteert, samen met Hedde Lucas eigenaar is van een aantal landerijen die direct achter die van Hoofdstraat 27 liggen. Hoofdstraat 27 is op dat moment eigendom van Wijbe Berends de Vries. Jan Lucas trouwde in 1817 met Jetske de Vries, een dochter van Wijbe Berends de Vries. Zo komt de familie Cazemier in het bezit van de boerderij aan de Hoofdstraat 27.

Uit dit huwelijk werden o.a. geboren:

•    Gerrit Jans Cazemier (8/6/1830-16/12/1881)
•    Hedde Jans Cazemier (31/8/1834-16/7/1865)

 

Hedde Jans Cazemier trouwt op 1 mei 1862 met Gepke Siemens Zuidema (geboren te Grootegast op 12/6/1838-10/1/1920). Gepke is in de familie bekend als Olle Gepke. Gepke en Hedde krijgen drie kinderen. Omdat haar man kort na hun trouwen overlijdt, besluit ze op 4 januari 1868 te trouwen met een oudere broer van Hedde Jans: Gerrit Jans. Nadat ze voor de tweede keer alleen kwam te staan in 1881, nam ze de bedrijfsvoering zelf in handen. Gepke staat in veel akten genoemd als ‘landbouwersche’, iets dat in die tijd niet veel voorkwam.

Uit het tweede huwelijk werden acht kinderen geboren:

•    Siemen (21/6/1868-26/3/1876 te Tolbert. (De houten grafpaal is bewaard gebleven)
•    Lukas (24/12/1869-24/12/1933 te Grootegast)
•    Popke (23/2/1872-1/4/1944 te Tolbert)
•    Wiebe (12/9/1873-3/7/1952 te Tolbert)
•    Wobbe (30/6/1875-23/1953 te Tolbert)
•    Antje (26/3/1877-14/1/1952 te Holwierde)
•    Siemen (30/1/1879-20/1/1963 te Den Horn)
•    Willem (25/8/1880-14/11/1954 te Tolbert)

 

Na het overlijden van Olle Gepke in 1920 vond er een boedelscheiding plaats. De boedelscheiding ging zelfs zo ver dat de mestbult in tweeën verdeeld werd. Omdat er veel erfgenamen waren, werd de boerderij op een publieke veiling verkocht. Kopers waren twee zonen Popke en Willem Cazemier uit het tweede huwelijk van Olle Gepke. Het verhaal gaat dat ze de boerderij met land te duur gekocht hebben om geen scheve gezichten te krijgen.

Popke is nooit getrouwd geweest en woonde bij Willem en zijn gezin in. Hij liet, na zijn overlijden in 1944, na als zijn erfgenaam Willem Cazemier. Willem Cazemier trouwde op 25 maart 1916 met Antje Sinninge (geboren 13/4/1889 te Oostwold). Uit dit huwelijk werden 9 kinderen geboren.

Na het overlijden van Willem in 1954 werd alles nagelaten aan zijn vrouw en de 9 kinderen. Bij het overlijden van zijn vrouw Antje (1977) werd een boedelscheiding gemaakt waarbij de drie oudste dochters hun deel uit de boerderij uitgekeerd kregen. Het bedrijf werd via een maatschap voortgezet door de anderen; Jan, Gerrit, Jurrien, Lukas, Dientje. Popke ging naar Oostwold, waar zijn ooms, de gebroeders Sinninge een boerderij hadden.

Jurrien was de enige die trouwde. Met uitzondering van Jurrien Cazemier maakten de anderen een testament op waarbij ze elkaar als erfgenaam benoemden.

Jurrien Cazemier trouwde in 1965 met Neeltje Minnema, geboren te Medemblik op 11/11/1934 en zij kregen twee dochters: Doutzen en Willemke Antje. Lukas overleed in 1983; Dientje in 1985; jan in 1993. Na het overlijden van Gerrit Cazemier op 14 januari 2002 was Jurrien de enige erfgenaam. Jurrien Cazemier overleed op 18 mei 2003 nalatende als zijn erfgenamen zijn vrouw Neeltje Minnema en hun dochters Doutzen en Willemke Antje Toen stond de boerderij aan de Hoofdstraat leeg. In 2009 werd de boerderij verkocht aan Stichting Oudheidkamer Fredewalda en kreeg een nieuwe bestemming.